Gesprek, spel, werk, stilte en viering
Gesprek, spel, werk, stilte en viering. We onderscheiden deze vijf basisactiviteiten waarin mensen leven en leren. We leren met ons hoofd, ons hart en onze handen.
Gesprek
Door in gesprek te zijn, kunnen we elkaar informeren, leren begrijpen of elkaar aanspreken op gedrag. Als we met elkaar praten, zitten we in de kring. Dan kunnen we elkaar goed zien en zijn we meer bij elkaar betrokken. Kinderen vertellen over hun belevenissen. Soms nemen ze iets van huis mee dat ze aan anderen willen laten zien, soms hebben ze iets voorbereid. Deze momenten zijn aanleiding om verder te praten over een onderwerp dat iedereen aangaat of tot het houden van een leergesprek. De onderwerpen kunnen worden verwerkt in de lessen. Voorbeelden van kringen zijn: vertelkring, taalkring, rekenkring, observatiekring, verslagkring, instructie- of introductiekring, verjaardagskring, evaluatiekring en spelkring.
Spel
Spel is een onmisbaar onderdeel in de ontwikkeling van kinderen. Pas als de wereld voldoende spelend ervaren is, kunnen kinderen overgaan tot het abstracte leren. Goed spelen bevordert het rijpen van de verbindingen tussen de beide hersenhelften. Tijdens het spel krijgen kinderen de kans de wereld te ontdekken en te ervaren. Zij doen sociale ontdekkingen, imiteren, experimenteren, verkennen en herkennen de wereld om hen heen. Daarnaast leren zij creatief met hun leefwereld om te gaan. Spel maakt een wezenlijk deel uit van ons onderwijs en krijgt per ontwikkelingsfase een daarbij horend accent.
Werk
Op school werken we grotendeels in projectvorm. Deze projecten staan dicht bij de belevingswereld van de kinderen. Voor een deel wordt het project ingevuld door de kinderen zelf. Elk project bevat verplichte leerstof uit de verschillende vakken (rekenen, spelling, taal etcetera). Tevens zijn de tussendoelen en leerlijnen van Wereldoriëntatie hieraan gekoppeld. Wij begeleiden kinderen bij het plannen van hun eigen werk, zodat zij in de toekomst dit zelfstandig kunnen.
Stilte
Ieder mens is gebaat bij momenten van bezinning. Het vinden van rust in jezelf en letterlijk even stilstaan in het moment en ook letterlijk stilstaan in het moment, dus kunnen STOPPEN, kost moeite en vereist voor velen enige training. Kinderen benoemen rust al snel als verveling, toch is dit juist de plek waar creativiteit geboren wordt. Tegenover de momenten waarin wij de hoofden van kinderen proberen te vullen met kennis en wetenschap bieden wij ook momenten om het hoofd weer leeg te maken om zo “fris” het “nieuwe” weer tegemoet te kunnen treden. Daarbij helpen wij de leerling om door middel van speltraining letterlijk en figuurlijk te kunnen stoppen en met aandachtstraining om met meer focus en aandacht hun werk, spel, viering en gesprek te beleven.
Viering
Vieringen zijn een wezenlijk onderdeel van onze leef- en werkgemeenschap. We vieren zowel in de stamgroep als in de school. Je kunt hierbij denken aan het openen en afsluiten van projecten, het vieren van jaarfeesten en het presenteren van werk en/of expressieactiviteiten. Door samen te vieren laten we aan elkaar zien wat ons hoofd en hart bezig houdt. We delen ervaringen en belevenissen.
Deze basisactiviteiten wisselen elkaar af. Deze afwisseling is vastgelegd in het ritmisch weekplan.
Het ritmisch weekplan
Een ritmisch weekplan is geen rooster. Met een rooster ligt alles vast en is alles voorspelbaar. Net als in muziek geeft een ritme een bepaalde cadans aan die terugkeert. Maar, anders dan de maat, kan ritme veranderen in duur en volgorde. De stamgroepleerkracht observeert en bepaalt hoe lang bepaalde activiteiten kunnen duren. Hij/zij moet gevoel hebben voor effectiviteit en kwaliteit van leersituaties. Op deze manier benutten wij de leertijd optimaal. Elke stamgroep heeft zijn eigen ritmisch weekplan.